De eerste keer dat ik het zag, wist ik niet goed waar ik naar keek. Toen m’n frank viel, schoot ik in de lach. Zo absurd, wie doet nu zoiets? Maar het is afval, dus het verdween samen met alle andere anonieme voorwerpen in de rode zak. De tweede keer trok ik verbaasd m’n wenkbrauwen op. Alweer? Maar na de derde keer begon ik me vragen te stellen. Is dit nog toeval? Of is hier meer aan de hand?
Ik heb alles opgeruimd – afval is afval – maar het laat me niet los. Ik probeer me een beeld te vormen van de persoon die het heeft achtergelaten, ik zoek zijn drijfveer, ik plooi m’n hoofd rond het grote Waarom.
Misschien is het een vorm van libertijns protest. Een losbreken uit het maatschappelijk gewenste keurslijf. Misschien voelt de dader zich verstikt in een leven van verplichtingen en zocht alle frustratie een kanaal om eruit te komen. Een keurige verzekeringsagent, strak in het pak, die na de werkuren buiten gaat wandelen en zich dan even helemaal laat gaan. Het zou de eerste niet zijn.
Het begint vast vrij onschuldig. Een meeting die niet ging zoals gepland, een project dat na zware investeringen toch is misgelopen. Hij gaat even wandelen, wil alles achter zich laten. En dan biedt de mogelijkheid zich aan. Hij weet wel dat het niet juist is, maar “ach, deze ene keer”… En voor je ’t weet, is het een gewoonte. Gebeurt het achteloos, zonder nadenken. Wie weet gaat hij het zelfs nodig hebben om zich nog te kunnen ontspannen. Misschien heeft het ook wel iets relaxerend, beide handen rond het plastic, warm, kneedbaar. En dan diep inhaleren. Ik zie er de lol niet van in, maar dat betekent niets. Wie weet welke gewoontes van mij andere mensen zwaar tegen de borst zouden stuiten. Ieder het zijn, ikke het mijn.
Tijdens m’n wandelingen tref ik meer en meer bewijsstukken aan. Het lijkt niet langer het werk van een individu, maar van een heel collectief. Zouden ze elkaar kennen? Zijn ze zich ervan bewust dat ze een probleem hebben? Hebben ze praatgroepen? Sluipen ze tijdens middagpauzes naar buiten om te kijken of hun territorium nog steeds afgebakend is? En ontdekken ze dan de indringer, met een knijper en rode zak, die hun werk vernietigt…
Het maalt al dagen door m’n hoofd, maar ik ben er nog steeds niet uit. Ik doe echt m’n best maar ik vrees dat ik het nooit zal begrijpen. Wel in plastic zakjes verpakte maar niet weggegooide hondenpoep.
Comments